Provincie Brabant laat kansen die de nieuwe Wet ruimtelijke ordening biedt liggen!

foto hermen vreugdenhildinsdag 18 maart 2008 19:18

Denkend aan Holland zie ik brede rivieren
traag door oneindig laagland gaan,
rijen ondenkbaar ijle populieren
als hoge pluimen aan den einder staan.

Het bekende gedicht van Marsman verbeeldt voor veel mensen een idyllisch gevoel van de ruimte. Tegenwoordig overheerst vaak een ander gevoel: met een lelijk woord als ‘verrommeling’ van het landschap omschreven.

Deze verrommeling is het gevolg van de honger naar ruimte bij verschillende overheden voor verschillende belangen. Het huidige beleid van de provincie heeft bewezen de verrommeling niet tegen te kunnen gaan.

Op 1 juli treedt de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in werking. Een nieuwe poging om als overheid grip te krijgen op ruimtelijke ontwikkelingen. De wet gaat ervan uit dat de provincie vooraf heldere en juridisch harde kaders stelt, waarna het aan gemeenten is om de ruimtelijke kwaliteit binnen die kaders samen met de burgers verder vorm te geven.
De nieuwe Wet zorgt voor eenvoudiger procedures en meer ruimte voor gemeenten om gebiedsontwikkeling vorm te geven. En tegelijkertijd krijgen rijk en provincie meer instrumenten in handen als gemeenten hun taken onvoldoende inhoud geven vanuit het motto: decentraal wat kan, centraal wat moet.

Blijkbaar gaat dit voor de provincie Brabant allemaal te snel. De provincie probeert binnen de wetgeving vooral te zoeken naar de mogelijkheden om de oude situatie binnen de nieuwe wetgeving zoveel mogelijk voort te laten bestaan. Daarmee laat ze het momentum van de invoering van de nieuwe wet onbenut. Ze laat kansen liggen om belangrijke thema's nu eens goed door te pakken.

Kansen bijvoorbeeld om de grondgebonden landbouw als drager van het open agrarisch cultuurlandschap te behouden. Het Milieu- en Natuurplanbureau heeft hiervoor een aantal interessante voorstellen gedaan. De nieuwe wet biedt de instrumenten.

Kansen voor een krachtiger natuurbeleid. In de praktijk blijkt helaas dat veel natuur nu nog onvoldoende wordt beschermd. De invoering van de nieuwe wet is een uitgelezen kans om de Ecologische Hoofd Structuur planologisch veilig te stellen en zo ook écht werk te maken van het behoud van dier- en plantensoorten. Sterker nog, als de provincie hier mee wacht stijgt de kans op ongewenste bouwprojecten binnen de EHS.

Kansen om een krachtiger beleid te voeren op de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsterreinen en op de invulling van deze terreinen.

Voordat de burger de resultaten van de nieuwe wet ziet moet er nog veel gebeuren. De provincie Brabant moet zich in het ruimtelijk beleid durven te beperken tot zaken die écht van provinciaal belang zijn. De provincie krijgt een uitgelezen kans om aan te tonen dat zij de noodzakelijke bestuurslaag is voor de bescherming van landschap, behoud van biodiversiteit en het afremmen van de ongebreidelde groei van bedrijventerreinen. Dat de provincie belangrijk is om het evenwicht te bewaren tussen economie en ecologie, tussen effectief ondernemen en verantwoord rentmeesterschap. Daar past geen afwachtende houding van de provincie bij.

De gemeenten zullen vervolgens hun voortrekkersrol bij gebiedsontwikkeling op pakken. Zij zullen de keuzes voor de inrichting van hun grondgebied in een heldere ruimtelijke structuurvisie vast moeten leggen. Gemeenten zullen in de komende maanden actief met inwoners en ondernemers in gesprek moeten gaan om tot een breed gedragen visie te komen. Zo worden de inwoners uitgedaagd ook zelf een bijdrage te leveren aan de (duurzame) kwaliteit van de ruimte. Rentmeesterschap ten voeten uit!
En wellicht blijven dan ook de volgende dichtregels voor onze kleinkinderen zichtbaar:

en in de geweldige ruimte verzonken
de boerderijen verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,geknotte torens,
kerken en olmen in een grootsch verband.

 

« Terug

Archief > 2008 > maart

Geen berichten gevonden