Bijdrage Hermen Vreugdenhil Brabantse Aanpak Stikstof
Ik sta hier voor Joris, een kringloopboer die met zijn bedrijf voor enorme investeringen staat terwijl hij uitkijkt op een fabriek die jaarlijks zonder vergunning 50 ton ammoniak de lucht inblaast.
Ik sta hier voor Peter, natuurman pur sang die met gezond natuurverstand de bijdrage van andere sectoren op de vermesting van de natuur ziet en zich daar zorgen over maakt.
Ik sta hier voor boer Kees, die zijn bedrijf heeft moeten verplaatsen in het algemeen belang en nu weer geconfronteerd wordt met onredelijke eisen terwijl hij in de verte de Amercentrale stug door ziet blazen.
De aanpak die voorligt lijkt ambitieus maar legt de rekening bij de boeren neer. Ik ben blij dat er eindelijk een gebiedsgerichte aanpak komt, daar hebben we lang voor gepleit. Ruimte voor gebiedstafels om de juiste aanpak per gebied te bepalen. Maar dan past het toch niet om dat proces met onredelijke coalitie-eisen op te zadelen? Op voorhand het afnamepad voor de boeren te eisen met extra maatregelen in het verschiet? Vast te houden aan de onredelijke eisen van stalaanpassingen? Nu al een aanscherping in 2022 van de beleidsregel vast te stellen terwijl je de uitkomst van de gebiedsaanpak nog niet eens kent? Daar spreekt geen vertrouwen uit. Dat afnamepad is voor de boeren klip en klaar. Per gebied is in 2017 exact bepaald wat de reductie moet zijn. Elke vertraging zal dus de stok zijn om in 2022 nog een keer hard te slaan.
En die eisen leiden in veel gebieden niet tot de noodzakelijke afname. Op de Brabantse wal is een overschrijding van 800 mol waar de Brabantse boeren 200 van bijdragen. Al saneert u de hele agrarische sector in Zuid- West Brabant dan nog zal er een overschrijding van 600 mol zijn. Al saneren we de hele sector rondom de Peel, dan nog is er een overschrijding van 700 mol. Iedereen die denkt met een halvering van de veestapel het probleem op te lossen kan ik uit de droom helpen. Er is een nieuwe balans nodig waarbij boeren niet alleen maar het probleem zijn maar een belangrijk onderdeel van de oplossing.
De maatregelen die deze coalitie wil nemen voor de veehouderij zijn duidelijk. Het beleid wordt gewoon doorgezet met een kleine vertraging van driekwart jaar. En er komt nog een schep bovenop. Nu al kondigt deze coalitie een nieuwe saneringsronde af per oktober 2022. CDA, trap er niet in!
Maar de industrie wordt ongemoeid gelaten. “Relatief kleine bron van emissies” aldus het college. Even wat voorbeelden: Alleen al de Amer centrale heeft een vergunning die 7,5 mol bijdraagt op de Loonse en Drunense duinen, 17 mol op de Biesbosch en in het Bargerveen, ver weg in Zuid- Oost Drenthe nog altijd een mol per ha.
Als we de depositie van de industrie in Moerdijk bij elkaar nemen dan zorgt alleen deze uitstoot al voor 14 mol per ha per jaar op de Brabantse wal, 82 mol op de Biesbosch en 17 mol op het Ulvenhoutse bos. Kijken we naar het verspreidingsgebied van Moerdijk dan leveren deze bedrijven op al de natuurgebieden in een straal van 100 km meer dan 5 mol depositie, in en straal van 200 km meer den 2 mol.
En dat u de industrie niet in beeld heeft blijkt wel uit de geregistreerde emissies. Van slechts 62 bedrijven in heel Brabant is de emissie van stikstof bekend, de rest wordt maar bijgeschat. Van de top 25 grootste uitstoters in Brabant heeft nog altijd 30% geen vereiste natuurvergunning. Dat zou een boer eens moeten proberen.
Als me één ding duidelijk is geworden in al de gesprekken in de afgelopen periode is het wel dat de balans zoek is. We moeten naar een nieuwe balans maar wel een die eerlijk is, waarbij iedereen bijdraagt, die toekomst biedt voor de boeren en goed is voor de natuur.En van de bedrijven met een vergunning overschrijden er diverse de vergunde ruimte met gigantische hoeveelheden. Attero met ruim 350 ton, Rendac met 800 ton, zonder handhaving van de provincie. En als we de depositie van die overschrijding doorrekenen dan sla je stijl achterover.
We hebben uiteindelijk 2 dagen voor het debat tabelletjes van het college gekregen over de emissie van industrie. Bij elke vraag die we hier stellen komen er weer een paar procenten bij. De uitstoot van ammoniak door andere sectoren blijkt nu al 12 % te zijn. Van de altijd gecommuniceerde 0 naar 12. Dat scheelt nogal wat.
U komt met cijfers over de NOx emissie maar vertelt er niet bij dat gemakshalve de uitstoot door mobiele werktuigen en transport onder vervoer weggestopt wordt. En dat scheelt nogal wat, zie de vergunning van SuikerUnie waar 120 ton NOx zo even buiten de berekening wordt gelaten. Dit laat zien hoe je kan spelen met cijfers die bepalend zijn voor de toekomst van honderden boeren gezinnen. We kunnen alleen eerlijk beleid maken als alle cijfers op tafel komen.
Het voorstel van het college mondt uit in de beleidsregel natuurbescherming. Ondanks de afspraak met het Rijk dat in alle provincies dezelfde regels zouden gelden stelt Brabant ze weer strenger vast. Tot 2022 zijn ze gelijk aan de andere provincies maar mogen de boeren die de stallen aan moeten passen er geen gebruik van maken. De enige die ervan profiteert is de provincie die zo maximaal stikstofruimte opkoopt die uitgegeven wordt aan ‘duurzame economie’. Die ruimte zouden we toch aan de natuur geven voorzitter? We deden het toch voor de natuur? En als de provincie klaar is met opkopen verscherpen we de beleidsregel zodat alle dynamiek uit de agrarische sector verdwijnt. Wij gaan niet mee in deze truc. Dit zal enkel leiden tot nog strengere eisen voor salderen bij boerenbedrijven. U heeft ze al aangekondigd.
Met het pakket wat hier voorligt is de natuur slechter af, wordt industrie en wegverkeer ontzien en de agrarische sector op slot gezet. Daar werken wij niet aan mee.
Wij roepen de Staten dan ook op om de gebiedsgerichte aanpak een echte kans te geven. Zonder onredelijke coalitie-eisen en met alle cijfers op tafel. Dat kan alleen als we in lijn met alle andere provincies onze boeren een gelijk speelveld bieden. Wij dienen dan ook een motie in die het college opdraagt de beleidsregel aan te passen en de aanscherping per oktober 2022 te schrappen. Daarnaast willen wij een opschorting van de datum voor de verplichte vergunningaanvraag en realisatie voor de stalsystemen. Besluiten hierover kunnen pas genomen worden nadat de opbrengst van de gebiedstafels bekend is.
Ik hoop op gezond boeren en natuurverstand in deze Statenzaal. Ik ben ervan overtuigd dat als we de dialoog de ruimte geven er een veel beter plan uitkomt. Een plan dat beter is voor de natuur, boeren een duurzame toekomst biedt en waar alle sectoren eerlijk aan bijdragen.
Aan die dialoog werk ik graag mee. Brabant is het waard!